Donnie TC Denome, MPH, is een autistische OC-gebruiker, auteur en ontwerper en geeft seksuele voorlichting. Donnie maakt dagelijks gebruik van Proloquo2Go en Proloquo4Text. Delen van hun artikel zijn al eerder hun een eigen blog verschenen.

Iedereen verdient toegang tot een uitgebreid vocabulaire dat alle woorden bevat die we in ons leven nodig hebben. Dit is nog belangrijker voor OC-gebruikers die programma's als Proloquo2Go gebruiken en niet (altijd) goed genoeg kunnen praten of typen om hun boodschap over te brengen. Daarom is uitbreiding van het vocabulaire, zelfs vocabulaire dat sommige mensen als 'volwassen' beschouwen, zo belangrijk.

Het is belangrijk voor OC-gebruikers om toegang te hebben tot vocabulaire waarmee ze over seks, seksualiteit en lichaamsdelen (zoals genitaliën) kunnen praten. We hebben dit vocabulaire om allerlei redenen nodig: om ons tegen misbruik te beschermen, om medische problemen te signaleren, om over puberteit en opgroeien te praten en om over seks en seksualiteit te praten. Ook al lijkt dit vocabulaire misschien 'ongepast' of 'te volwassen' voor ons, we hebben dit allemaal nodig. Iedereen groeit op, iedereen heeft een lichaam en iedereen heeft taal nodig om daarover te kunnen praten. Onze communicatiepartners moeten dit idee omarmen, waar nodig het juiste gebruik van het vocabulaire modelleren en ons vocabulaire niet beperken, ook al is het soms 'ongepast'.

Ik ben een volwassene, maar vocabulaire op het gebied van seks, seksualiteit en lichaamsdelen is niet alleen voorbehouden aan volwassenen. Zelfs de jongste kinderen hebben recht op de juiste wetenschappelijke woorden voor hun lichaamsdelen, inclusief hun genitaliën. Dit is in de kern een middel om misbruik te voorkomen: kinderen die de juiste namen voor hun lichaamsdelen kennen, zijn beter in staat om seksueel misbruik vast te stellen en te melden. Daarnaast kunnen mensen, ongeacht hun leeftijd, last hebben van aandoeningen aan hun genitaliën. Zo kan een jong kind bijvoorbeeld last hebben van een urineweginfectie die moet worden gemeld en behandeld voordat de infectie zich naar de nieren verspreidt. Met een vocabulaire waarmee ze over pijn in hun genitaliën kunnen praten, kan tijdig een behandeling worden ingezet en verspreiding worden voorkomen.

Opgroeiende OC-gebruikers verdienen toegang tot hetzelfde vocabulaire als leeftijdsgenoten die kunnen spreken, ook al is dit vocabulaire seksueel van aard. OC-gebruikers die in de puberteit zitten, hebben woorden nodig om te begrijpen en te bespreken wat er met hun lichaam gebeurt. Het is heel beangstigend wanneer je de veranderingen van je lichaam niet kunt verwoorden. Door jonge OC-gebruikers toegang te geven tot dit vocabulaire en dit te modelleren, kunnen ze de veranderingen van hun lichaam op een veilige en waardige manier bespreken.

Daarnaast gaan veel OC-gebruikers vanaf hun tienerleeftijd naar seksuele en/of romantische relaties verlangen. In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, zijn OC-gebruikers namelijk geen seksloze wezens. Velen van ons willen een intieme band opbouwen en hebben vocabulaire nodig om dat uit te drukken. Een vocabulaire over vriendjes en vriendinnetjes en mannen en vrouwen is niet voldoende – we hebben vocabulaire nodig om over seks te kunnen praten, omdat velen van ons naar seks verlangen. En zelfs als we helemaal geen seks of intimiteit willen, maken dit soort dingen toch deel uit van onze wereld. Seks wordt beschouwd als een 'normaal' onderdeel van de oudere adolescentie en volwassenheid; zelfs als we er niet naar verlangen, worden we er toch door omringd.

Volwassenen die op pictogrammen gebaseerde communicatie gebruiken, verdienen het om alles te kunnen zeggen wat ze willen, met alle daarbij behorende symbolen en knoppen. Het vocabulaire van een jonge OC-gebruiker aanpassen aan het soort taal dat sprekende leeftijdsgenoten gebruiken, is één ding. (Hoewel het zelfs dan niet oké is om te zeggen dat een kind geen toegang mag hebben tot slang of vieze woorden die leeftijdsgenoten gebruiken omdat ze 'ongepast' zijn.) Maar het is iets heel anders om mensen die voor de wet als volwassen worden beschouwd geen toegang te geven tot seksueel vocabulaire. Als ze geen OC nodig zouden hebben, zouden ze immers ook niet in hun seksuele en romantische expressie worden beperkt. Wanneer een communicatiepartner of iemand die helpt moeite heeft om een volwassene met een beperking als een seksueel wezen met intieme verlangens te zien, is dat nog geen reden om die volwassene het juiste vocabulaire te ontzeggen.

Zoals ik al eerder in mijn eigen blog heb geschreven, lobby ik er niet voor om jonge OC-gebruikers toegang te geven tot een vocabulaire vol zeer seksuele, volwassen woorden waar hun leeftijdsgenoten zonder beperking geen weet van hebben. Ik pleit ervoor dat we alle jonge mensen, ongeacht hoe ze communiceren, het juiste vocabulaire geven om over hun lichaam, identiteit en ervaringen te kunnen praten. Dat betekent dat we jonge kinderen de juiste anatomische termen voor hun genitaliën leren. We moeten ervoor zorgen dat opgroeiende kinderen toegang hebben tot het vocabulaire waarmee ze over zaken als puberteit, seks, seksuele ervaringen, seksualiteit/gender, misbruik en mishandeling kunnen praten.

Een veelgehoord tegenargument is dat jonge gebruikers het vocabulaire zouden kunnen misbruiken om ongepaste dingen te zeggen. Dat heeft naar mijn mening alles te maken met volwassenen die hun verantwoordelijkheid uit de weg gaan. Een belangrijk onderdeel van OC is modelleren. Volwassenen moeten het OC-systeem inzetten om met de OC-gebruiker te praten en laten zien dat er een tijd en een plaats is om deze taal te gebruiken en dat het bijvoorbeeld niet gepast is om in de klas hardop 'penis' te roepen. Kinderen leren van de volwassenen die hen omringen. Het is niet gepast en niet eerlijk om kinderen essentiële vocabulaire te ontzeggen, omdat de volwassenen om hen heen hen niet willen leren hoe ze dat vocabulaire moeten gebruiken.

We weten dat kinderen en jongeren ongepaste woorden zullen horen en leren. Aan kinderen die kunnen spreken, leggen we dan uit dat er een tijd en een plek is voor dit soort woorden, maar dat dit niet het geschikte moment en niet de geschikte plek is. Dat moeten we ook doen bij kinderen die OC gebruiken. We moeten op de juiste manier modelleren, straffen wanneer dat nodig is en accepteren dat kinderen die OC gebruiken net als hun sprekende leeftijdsgenoten zijn: het zijn kinderen en kinderen zeggen soms ongepaste dingen. De oplossing is niet om vocabulaire te beperken of te verwijderen of om het vocabulaire helemaal niet op het apparaat te zetten.

OC-gebruikers moeten weten dat ze zich niet hoeven te schamen om over hun lichaam te praten. We moeten weten dat we dezelfde gesprekken als onze sprekende leeftijdsgenoten kunnen voeren. We moeten weten dat onze woorden en ervaringen net zo belangrijk zijn als die van anderen. Maar we kunnen dit niet weten als ons vocabulaire beperkt is. We kunnen dit niet weten als ons, impliciet of expliciet, wordt verteld dat we niet dezelfde toegang verdienen tot vocabulaire over seks, seksualiteit en lichaamsdelen als onze sprekende leeftijdsgenoten. We kunnen dit niet weten als we niet het vocabulaire hebben om ons volledig te kunnen uitdrukken. En omdat we dit soort dingen moeten weten, hebben we vocabulaire nodig om net als onze leeftijdsgenoten over seks, seksualiteit en lichaamsdelen te kunnen praten.

De symbolen gebruiken in Proloquo2Go
Symbolen voor seks, seksualiteit en lichaamsdelen zijn in Proloquo2Go 7.7 zo geïntroduceerd dat gebruikers nooit een expliciet symbool zien, tenzij zo'n symbool handmatig aan een knop wordt toegevoegd. Lees het volgende artikel (opent in een nieuw tabblad) voor meer informatie over het gebruik van expliciete symbolen.