Nadat je je hebt voorbereid op OC is het tijd om de eerste communicatiestappen te zetten. Jij bent de communicatiepartner: de persoon die de gebruiker begeleidt en ondersteunt op weg naar succesvolle communicatie.

De rol van communicatiepartner is onze belangrijkste taak. Wat je doet, wat je denkt en hoe je reageert is essentieel en maakt het verschil; elke interactie is een mogelijkheid om taal en communicatie uit te breiden.

Wij, de communicatiepartners, kunnen onze vaardigheden op allerlei manieren vergroten om de OC-gebruiker nog beter te ondersteunen. Hieronder beginnen we bij de essentiële eigenschappen van een goede communicatiepartner en voegen er daarna nog een aantal aspecten aan toe:

  • we leren modelleren
  • we geven commentaar en blijven geen vragen stellen
  • we voegen pauzes en wachttijd in
  • we leren hoe we de OC-gebruiker aanwijzingen kunnen geven
  • we reageren consequent op de OC-gebruiker en
  • we accepteren alle vormen van communicatie (multimodale communicatie)

Essentiële eigenschappen van een goede communicatiepartner

Hieronder vind je een opsomming van de belangrijkste eigenschappen van een effectieve en betrouwbare communicatiepartner:

  • Veronderstel vaardigheden en geloof in het vermogen van de OC-gebruiker om succesvol te leren communiceren.
  • Wees flexibel en pas je aan naar gelang de situatie en communicatiepoging van de gebruiker.
  • Hou vol en geef de communicatie nooit op.
  • Wees consequent door het OC-systeem regelmatig en consistent te gebruiken.
  • Betrek de OC-gebruiker bij de activiteit en ga de interactie aan. Zo heeft hij/zij realistische en motiverende redenen om te communiceren.
  • Wees geduldig en wacht rustig af totdat er communicatie plaatsvindt.
  • Bied de gebruiker een uitgebalanceerd OC-systeem aan dat kernwoorden, randwoorden en het alfabet bevat.
  • Maak OC altijd beschikbaar.

Combineer je deze eigenschappen met modelleren, aanwijzingen geven en reageren, dan wordt je een geweldige communicatiepartner.

Modelleren

Het is essentieel dat beginnende gebruikers zien hoe hun OC-systeem werkt in dagelijkse gesprekken. Dat kan alleen als we met hen praten met behulp van hun OC-systeem. Een goede communicatiepartner modelleert regelmatig en consequent. In het begin lijkt het moeilijk, maar hoe meer je modelleert, des te makkelijker en natuurlijker het zal gaan. Door regelmatig en consequent te modelleren help je de OC-gebruiker bovendien om via zijn/haar systeem te communiceren over de dingen die hem/haar bezighouden.

Een aantal tips voor communicatiepartners die net beginnen met modelleren:

  • Modelleer regelmatig en consistent.
  • Modelleer in zoveel mogelijk verschillende situaties en omgevingen.
  • Modelleer de sleutelwoorden van de zin, niet élk woord dat je zegt
  • Probeer één woord meer te modelleren dan de OC-gebruiker zelf kan produceren.
  • Het is niet erg als de gemodelleerde zin grammaticaal niet klopt.
  • Modelleer zoveel mogelijk communicatieve functies: verzoeken, mening geven, nieuws vertellen, gesprek beginnen, etc.
  • Praat terwijl je modelleert: spreek uit wat je doet en welke mappen je opent om het juiste woord te vinden.
  • Modelleer in een langzaam tempo.
  • Hou een low-tech papieren OC-systeem bij de hand voor situaties waarin je liever geen hightechapparatuur gebruikt (bijvoorbeeld in het zwembad).

Hou rekening met de volgende punten wanneer je modelleert:

  • Blijf modelleren, ook als de OC-gebruiker niet naar je kijkt.
  • Stop niet met modelleren wanneer de gebruiker zelf het OC-apparaat actief begint te gebruiken. Modelleer dan juist nieuwe woorden, woordcombinaties of communicatieve functies.
  • Eén keer modelleren is nooit genoeg. Zorg dat je dezelfde woorden in elke situatie zo vaak als nodig is herhaalt.
  • Soms reageert of antwoordt de OC-gebruiker niet. Blijf toch modelleren. Hij/zij komt in aanraking met taal, en daar gaat het om.
  • De OC-gebruiker hoeft jouw voorbeeld niet exact te herhalen.

Plaats opmerkingen, stel niet altijd vragen

Denk na over de taal en de zinnen die je gebruikt in je interactie met de OC-gebruiker. Stel je vaak vragen? Welke vragen stel je dan? Gesloten vragen of vragen waarop je het antwoord al weet? Als je veel vragen stelt, geef je de OC-gebruiker een passieve rol. Hij/zij leert alleen te antwoorden, maar niet een gesprek te beginnen of het gespreksonderwerp te veranderen. Misschien krijgt hij/zij wel het gevoel dat hij/zij zich moet bewijzen. Het is bovendien een gemiste kans om taal en echte communicatie in de praktijk te zien en te oefenen. Denk maar eens aan je eigen communicatie: gesprekken zonder goed of fout antwoord zijn vaak het prettigst.

Stel dus niet vraag op vraag, maar plaats opmerkingen over de dingen die je ziet, doet en denkt. Zo bereid je de OC-gebruiker voor om met natuurlijke taal deel te nemen aan interactie. Als je modelleert terwijl je dingen beschrijft en commentaar geeft, dan geef je de OC-gebruiker meer voorbeelden van werkelijke communicatie.

Pauzes en wachttijd

OC kost tijd! Het kan even duren voordat een OC-gebruiker de beweging kan inzetten om een boodschap te formuleren. De belangrijkste taak van een goede communicatiepartner is wachttijd inlassen.

Laat voldoende pauzes vallen om de OC-gebruiker de kans te geven om de gespreksbeurt over te nemen.

Geef daarbij het signaal dat je wacht: kijk de OC-gebruiker aan met een open blik waarmee je hem/haar aanmoedigt om de beurt over te nemen.

Probeer te ontdekken hoeveel seconden je OC-gebruiker ongeveer nodig heeft om te reageren en tel in gedachten mee. Geef dit door aan de rest van het team (bijvoorbeeld: 'Sandra heeft vier seconden nodig om te reageren, dus wacht even op haar antwoord').

Het is belangrijk om te onthouden dat je een OC-gebruiker voldoende tijd geeft om te reageren voordat je een nieuwe aanwijzing aanbiedt of de gespreksbeurt weer overneemt.

Aanwijzingen

We geven onze OC-gebruikers regelmatig aanwijzingen hoe ze kunnen communiceren via hun systeem.

Er zijn verschillende manieren om zo'n aanwijzing te geven:

  • Verbale aanwijzing - zoals 'In de map Kletsen staan woorden waarmee je me kunt vertellen wat je ervan vindt!'.
  • Gebarende aanwijzing - wijs bijvoorbeeld ter aansporing naar het OC-systeem.
  • Fysieke aanwijzing - ondersteun bijvoorbeeld de hand van de OC-gebruiker om samen het woord aan te wijzen.

Hoewel het verleidelijk is om de hand van de OC-gebruiker vast te pakken om woorden aan te wijzen is het beter om dit zoveel mogelijk te vermijden. Het is bewezen dat modelleren effectiever werkt om vaardigheden aan te leren. Ook is de gebruiker beter in staat om deze vaardigheden in andere situaties toe te passen. Lees ook 'Verbal Prompting, Hand-over-Hand Instruction, and Passive Observation in Teaching Children with Developmental Disabilities'.

En de laatste tip: geef niet teveel aanwijzingen. Probeer het aantal terug te brengen naarmate de ontwikkeling vordert. Aanwijzingen zijn nuttig, maar modelleren is absoluut de beste manier om de OC-gebruiker te leren communiceren.

Wanneer de wachttijd en aanwijzingen niet leiden tot een reactie van de OC-gebruiker, modelleer dan de manier en de woorden waarmee hij/zij aan het gesprek zou kunnen deelnemen.

Reageren

Een ander belangrijk punt is jouw reactie op de communicatiepogingen van de OC-gebruiker. Als je reageert op alle communicatiepogingen stimuleer je de interactie en het natuurlijke gespreksverloop. Bovendien levert dit je meer mogelijkheden op om te modelleren en bouw je het taalgebruik steeds verder uit.

Enkele essentiële reacties zijn:

  • Erkennen: je erkent alle communicatiepogingen.
  • Betekenis verlenen: je beschouwt elke boodschap van de OC-gebruiker als betekenisvol, ook als je niet meteen de relevantie begrijpt of als hij/zij een woord gebruikt dat niet direct bij de situatie past. Ga er niet van uit dat de gebruiker een fout heeft gemaakt als je hem/haar niet meteen begrijpt. 'Yes, And ?'
  • Uitbreiden: je breidt de boodschap van de OC-gebruiker uit. Als hij/zij bijvoorbeeld 'meer' zegt, modelleer jij 'wil meer' op het OC-systeem.
  • Herformuleren: je herhaalt de boodschap van de OC-gebruiker in andere woorden om te laten zien dat er meerdere manieren zijn om iets uit te drukken. Als hij/zij bijvoorbeeld 'mijn beurt' zegt, reageer jij met 'Aha, je zegt dat jij dit ook wil doen' terwijl je 'jij' en 'doen' aanwijst op het OC-systeem.

Multimodale communicatie accepteren

Goede communicatiepartners accepteren dat OC-gebruikers multimodaal communiceren. Met andere woorden: elke OC-gebruiker communiceert op verschillende manieren en niet altijd alleen via het OC-systeem. Denk aan een combinatie van stemgeluiden, (halfgevormde) woorden, het aanwijzen van foto's, afbeeldingen of voorwerpen, gebarentaal, natuurlijke gebaren, lichaamstaal en gezichtstuitdrukkingen.

Meestal gebruiken ze de wijze van communiceren die op dat moment het snelst en meest doeltreffend werkt. Niet elke situatie vereist dezelfde communicatievorm en wij waarderen, respecteren en beantwoorden elk van deze vormen.

Het is mogelijk dat een OC-gebruiker op bepaalde momenten kiest voor het OC-systeem, maar op een ander moment een minder formele communicatiemethode toepast. Hij/zij spreekt bijvoorbeeld enkele woorden uit via het OC-systeem, zoals 'ik wil dat', en wijst daarbij naar het betreffende voorwerp. Of hij/zij wijst een afbeelding aan, zoals 'bibliotheek', terwijl hij/zij met lichaamstaal de vraag uitbeeldt wanneer jullie naar de bibliotheek gaan. Een andere mogelijkheid is dat OC-gebruikers hun systeem inzetten als hun communicatiepartner hun gebaren en stemgeluiden niet begrijpt. Kortom, er zijn veel combinaties en oplossingen te bedenken om een boodschap met succes over te brengen.

Het is belangrijk om te onthouden dat OC niet bedoeld is als testmiddel. De meeste mensen vinden het niet prettig als ze hun woorden moeten herhalen en OC-gebruikers dus ook niet. Als een gebruiker iets duidelijk heeft gemaakt aan jou, via welke communicatiemethode dan ook, en jij geeft aan dat je de boodschap hebt begrepen, dan is het onredelijk om te eisen dat hij/zij de mededeling herhaalt met behulp van het OC-systeem. Laten we een voorbeeld geven.

Een kind probeert het woord 'meer' uit te spreken en wijst naar een potje bellenblaas. De boodschap is duidelijk: hij/zij wil meer bellen zien. Wat doe je?

A. Je schuift het OC-systeem onder zijn/haar neus en je zegt 'Zeg dat eens met je spraakcomputer', met de bedoeling dat het kind de vraag om meer bellen herhaalt via het OC-systeem. Of...

B. Je grijpt de kans aan om te modelleren en de taalvaardigheid van het kind te verbeteren: je pakt het OC-systeem en zegt 'Aha! Je vertelt me dat je... meer bellen wil', terwijl je 'meer bellen willen' aantikt op het OC-systeem. Je kunt zelfs een uitgebreide boodschap modelleren, in de trant van 'Bellen blazen is leuk', 'Wie kan de grootste bel blazen?' of 'Pak ze dan, als je kan!'.

Je begrijpt het al: B is de beste keus. Beschouw elke communicatiepoging als een mogelijkheid om sociale interactie aan te gaan en taal te modelleren. En respecteer alle vormen van communicatie, want ze dragen allemaal bij aan de communicatievaardigheden van de OC-gebruiker.

Je vaardigheden als communicatiepartner ontwikkelen

Verbeter stap voor stap de manier waarop je modelleert, aanwijzingen geeft en reageert op alle vormen van communicatie. Dan ben je goed op weg om een geweldige communicatiepartner te worden.

Via onderstaande links vind je meer informatie over strategieën om te beginnen met communiceren:

Nu we zijn begonnen met communiceren via OC is het tijd voor de volgende stap: hoe te starten.

Bronvermelding en links

  • Artikel uit de serie 'do's en dont's' over multimodale communicatie.
  • Belangrijk blogartikel over de 'Rethinking the AAC Prompting Hierarchy in Severe Apraxia'.
  • Talking about Talking van Carole Zangari.
  • 5 Things Not to Say to AAC Learners van Carole Zangari.
  • YouTube-video over non-directive language van Maureen Nevers en de Angelman Syndrome Foundation Communication Training Series.
  • Blogartikel 'Yes, And ?' over betekenis verlenen aan communicatie van Kate Ahern.
  • Biederman, G.B., Fairhall, J.L., Raven, V.A., and Davey, V.A. (1998). Verbal Prompting, Hand-over-Hand Instruction, and Passive Observation in Teaching Children with Developmental Disabilities. Exceptional Children, 64:4, 503-511.
  • Kent-Walsh, J., Murza, K.A., Malani, M.D., and Binger, C. (2015). Effects of Communication Partner Instruction on the Communication of Individuals using AAC: A Meta-Analysis, Augmentative and Alternative Communication, 31:4, 271-284.